Ome Jaapie: het nieuwsfossiel

TILBURG – “Misschien heb je spijt dat je hier nu zit, want dit nieuwsfossiel gaat even een bak ellende over jullie uitstrooien.” Aldus Jaap van Deurzen die ons over zijn lange carrière als verslaggever bij RTL komt vertellen. “Toen ik begon, waren jullie misschien net een idee van jullie ouders.” 

Jaap startte bij RTL toen de omroep in 1989 met nieuwsuitzendingen begon. Na enkele jaren nieuwsreportages maken in Nederland, gaat hij dit combineren met het verslaan van oorlogs- en rampgebieden. Hij is onder andere verslaggever van de tsunami in de Indische Oceaan van 2004, de aanslag door Breivik in Oslo en de genocide in Rwanda. “Mensen vragen me vaak wat het ergste is dat ik heb meegemaakt. Niemand vraagt ooit ‘Wat was het leukste?’” 

Soms roep ik dat het me niet uitmaakt waar ik beland en wat ik ga doen, als ik aan het eind van de dag maar een soort sprookjesboom mag worden. ‘Maar dat lieve kinderen… Dat, is weer een ander verhaal.’ Jaap is dat voor mij. Een eindeloos verhaal. En ik hang aan zijn lippen. 

Scoren over ruggen van

“Zijn jullie er klaar voor? Ome Jaapie zal eens wat laten zien.” Hij schuift zijn stoel iets naar achter, zet zijn bril op zijn neus en start de video.

De eerste reportages die hij toont, komen uit Indonesië 2004. Vlak na de Tsunami vertelt een visser hoe hij alles verloren is. Huis, vrouw en kind. Jaap heeft het enorme verhaal weten te vangen door deze man aan het woord te laten. Dat is kunde. 

“Scoren over de ruggen van slachtoffers.” Dat is het eigenlijk, crue gezegd door Jaap zelf. Hoe dan toch? Je moet als journalist nogal wat in huis hebben om iemand in de meest vervelende, kwetsbare situaties een vraag te stellen.  “Op zijn klompen. En nooit met lopende camera’s”, legt Jaap uit. “Je moet een beetje inlevingsvermogen hebben. Empathie is mijn geheim. Daarom kan niet iedereen dit.” 

Het is een tegenstrijdig beroep. Jaap vertelt hoe hij en zijn cameraman elkaar soms een high five geven omdat een verhaal zo goed is. Of een shot met dode mensen als ‘mooi’ bestempelen. Terwijl de omstandigheden bruut zijn. Veel meer nog dan dat.

Vaste haring item 

Waar ik me het meest over verbaas in de werkwijze van Jaap, zijn de gekke contrasten van items die hij maakt. Een week geleden op het International Journalism Festival in Perugia lukte het me een hele tijd niet om over koetjes en kalfjes te lullen, nadat een Palestijnse verslaggever huilend over de Gazastrook vertelde. 

Jaap vond juist zijn verwerking in de koetjes en kalfjes. Een item met dames in bikini die de eerste zonnestraaltjes op het strand oppikken bijvoorbeeld. Of het item over haringen dat hij jaarlijks opeiste. Jaap eet namelijk, nog altijd, iedere dag twee harinkjes. “Op de redactie noemde ze het een Jaapie maken. Een item met een lichtere, humoristische toon.” 

Het zal mij niet overkomen 

“Voor je het wist stond je weer bij de volgende ramp.” 

Jaap vertelt over zijn vriend Stan. Stan de cameraman, de ‘gek uit Goirle’. “Stan wilde nooit zonder verhaal thuiskomen.” Een man die leefde voor het vak. “Je denkt altijd, het zal mij niet over komen. Ik heb heel veel stomme dingen gedaan, risico’s genomen. Engeltjes verspilt.” 

Een van die engeltjes verspilden hij en Stan toen ze een ‘verboden toegang’ bordje negeerden en een overzicht-shot maakten van een concentratiekamp in voormalig Joegoslavië. Beiden kregen een geweer van Kroatische commando tegen hun hoofd aangedrukt. “Dat is het raarste gevoel wat je kan hebben, een machinegeweer tegen je hoofd. Ik dacht, het is afgelopen met Jaapie.” 

Stan overlijdt in 2008 op 39-jarige leeftijd aan een kogel uit een clusterbom van de Russen, op een plein in Georgië. Jaap laat ons de beelden zien. “Ik moet jullie het laten zien. Anders weet je niet waar het om gaat.” 

En zo werkt journalistiek. Verslaggevers riskeren letterlijk hun leven om beelden te maken. Het minste wat we kunnen doen is ernaar kijken, er vragen bij stellen, er conclusies uit trekken, ervan leren, ervan gruwelen en in dit geval bijna van huilen. 

Als het belletje nu nog zou komen…

Toch heeft Jaap geen spijt. Wel van zijn stomme acties en sommige genomen risico’s. Maar hij zou het zo opnieuw doen. “Als mijn telefoon nu af zou gaan…” hij wijst naar zijn toestel op tafel, “…zou ik zo het vliegtuig inspringen.” 

“Gezellig hè, allemaal!” Ik denk dat de veerkracht van Jaap mij het meest bij gaat blijven van dit college. Zijn grappen en grollen, zijn luchtigheid tijdens loeizware reportages. Het is een deel van het werk als journalist waar ik nog heel veel over moet gaan leren, wil ik ooit dit soort reportages kunnen maken. En vooral, wil ik daarna nog met mezelf kunnen leven. 

Het is de puurste vorm van journalistiek. Een ondergewaardeerde, adembenemende en intense tak van sport.