DEN HAAG – Reasons for hope is NIET de zoveelste film die ons vertelt dat we de aarde verpest hebben en er geen planeet B bestaat. En dat vind ik bijzonder verfrissend.

Vliegschaamte, vleesschaamte, kinderschaamte, bezorgschaamte, dieselschaamte, aircoschaamte… Generatie Klimaat groeit veelal op in huishoudens waar een trui aangetrokken wordt zodat de thermostaat naar beneden kan en waar pap na vijf minuten douchen naar boven roept dat het genoeg geweest is. We zijn gewend aan windmolens en zonnepanelen in het straatbeeld en we zien hoe Greta Thunberg every once in a while door een Europese politieagent van de straat geplukt wordt.
Over menig ander land durf ik niet te spreken. Ik ben nog geen paar maanden terug uit het land waar je met een trui rondloopt als het buiten 40 graden is, omdat de ijsspegels nog net niet aan de airconditioner hangen. Dat land waar een groot deel van de inwoners en een oud-president klimaatverandering ontkent.
Maar over het grootste deel van de Nederlandse jeugd en jongvolwassenen durf ik wel te zeggen we ons redelijk bewust zijn over de veranderende wereld om ons heen. Voorlichting is goed en blijft altijd nodig, maar ik zou graag pleiten voor meer redenen voor hoop in pro-klimaat propaganda in plaats van redenen voor schaamte.
De beroemde 90-jarige chimpansee onderzoekster Jane Goodall neemt je mee door drie verschillende projecten waarin de mens een poging heeft gedaan biodiversiteit te herstellen. Pogingen met succes.
Voor het eerste project zijn 10 miljoen bomen gepland in het Canadese Sudbury. Een plek die door mijnbouw jarenlang aangetast is. Terwijl Jane met een bootje door het gebied vaart horen we dat het aantal vissen in het meer weer bijna net zo veel is als vroeger.
Het tweede verhaal gaat over de witte bizon in het Noorden van de Verenigde Staten. Oude foto’s laten zien hoe de mens op de beesten jaagde tot er slechts 500 van over waren. Deze beesten zijn toen naar Canada gebracht. In de film zien we hoe de beesten geherintroduceerd worden in het gebied met de hoop dat zij zich weer helemaal thuis gaan voelen.
En dan komt de film een stuk dichter bij huis. Oostenrijk is het toneel van het laatste verhaal. Met open mond heb ik ernaar zitten kijken. Dit kan niet?!
Een van de meest bedreigde vogelsoorten is de hermietibis. In een poging de vogels terug te krijgen in het midden van Europa, wordt een groep dieren in de dierentuin van Wenen opgevoed door twee toegewijde verzorgsters. De twee vrouwen dragen altijd een geel shirt voor de herkenbaarheid en voeden de beesten zo op, dat ze hen overal zullen volgen. Dat is noodzakelijk voor de uit eindelijke migratie.
We zien hoe de vogels stukje voor stukje naar Italië vliegen. In etappes vliegen ze achter een soort open vliegtuigje aan waarin achter de piloot een van de vrouwen in gele shirtje zit. Dit apparaat is waarschijnlijk het dichtst bij de term ‘vliegmachine’ dat we ooit gaan komen. Dat het überhaupt de grond afkomt is in mijn ogen een wonder. Laat staan dat het samen met alle vogels door de bergtoppen heen kan vliegen. Het levert prachtige, surrealistische beelden op.
We zien dat het lukt. De vogels arriveren veilig in Italië waar ze de komende jaren blijven om op te groeien, waarna ze terug naar Oostenrijk vliegen.
Ik weet niet zeker of het echt de moeite waard is om zo veel energie, moeite en geld te steken in projecten als dit laatste. Dieren komen en gaan, vaak met maar ook zeker zonder ons toedoen. Maar inderdaad, de verhalen zijn redenen tot hoop. Pleisters op de planeet die heling wellicht beetje bij beetje, stapje voor stapje, mogelijk maken.
Zoals eerder aangekaart: laten we Amerikanen eerst nog een grote portie schaamte serveren, die kunnen ze gebruiken. Dan kunnen we vanaf nu verder met keihard werken aan het klimaat, zodat we meer en meer van dit soort verhalen kunnen gaan vertellen. Verhalen die ons complimenteren met ons harde werk en de motivatie geven om door te gaan.