LEEUWARDEN – Foto’s zijn verboden op een militair vliegveld. Een foto van een straaljager zou namelijk in de verkeerde handen (red. China/Rusland) kunnen komen en dat kan zeer onprettige gevolgen hebben. Dit is het eerste wat ik leer over de wereld van de luchthaven in Leeuwarden.
Wordt die telefoon in mijn kontzak ineens een best machtig wapen.
Met bus rijden we het terrein op. De bezoekerspas die we net kregen hoeven we nergens te laten zien. Links staan drietal stenen flatgebouwen die de basis in eerste instantie op een normaal dorp doet lijken. Niks vermoedt nog op wat voor een grond we ons daadwerkelijk bevinden.
In het negen persoons busje rijden we over de brede autowegen richting een groot gebouw. Geen mooi gebouw, wel bijzonder en breed. Iedereen die rond of in dit gebouw werkzaam is, draagt een volledig uniform. Ook fascinerend.
In een vergaderkamertje krijgen we een klein inkijkje in de vliegtuigen die op dat moment ergens boven ons hoofd zweven. Veel cijfertjes en termen zeggen me weinig. Maar ik vind de wereld van het leger eindeloos interessant en ik ben erg benieuwd of ik van mijn vooroordeel af kan komen.
Dit bewuste vooroordeel: het vliegen in straaljagers is een vreselijk duur uit de klauwen gelopen computerspelletjes voor mannen die in hun achtjarige droom zijn blijven hangen.
De weg tot het worden van straaljagerpiloot is alleen al indrukwekkend. Fysieke en mentale keuringen, een basis militaire opleiding in Nederland en jarenlange trainingen in Texas en Arizona. Werkdagen van meer dan tien uur en een opleiding qua duur vergelijkbaar is met het worden van basisarts.
Het voertuig wat ze vliegen, de F35, heeft maar één zitplek. Wat inhoudt dat de eerste keer dat een piloot in het toestel plaatsneemt, hij meteen in zijn eentje de lucht ingaat. Wat mij betreft ook een leuk weetje.
Straaljagerpiloot Raaf is een half jaar geleden begonnen op deze basis. Zijn dagen zijn lang en druk. Hij vliegt twee tot drie keer per week. Deze vluchten worden nauwkeurig voorbereid en na ongeveer anderhalf uur in de lucht vakkundig geëvalueerd. Oefenen op dat wat komen gaat. Een uitzending. Waar hij als piloot stiekem wel op hoopt, maar natuurlijk ook weer niet.
Het luchtruim boven Nederland en België wordt door die twee landen om beurten bewaakt. Onder andere voor vliegtuigen uit Rusland, die de grenzen nog wel eens op willen zoeken. Straaljagerpiloten gaan ernaast vliegen en oefenen druk uit, dreiging. Allemaal met als doel vrede te waarborgen.
Grenzen. Mijn persoonlijke eindeloze fascinatie.
Een F35 is als gevechtsvliegtuig specifiek gebouwd om zo sluw mogelijk te blijven. Zo zitten de raketten weggestopt onder de vleugels, onzichtbaar. De vijand kan worden afgeschoten nog voordat de F35 gezien is.
De technologie in deze voertuigen is onwijs gecompliceerd, en de mensen die ze besturen zijn simpelweg genieën. Zij kunnen onder enorme druk, fysiek in de vorm van g-krachten en natuurlijk mentaal (ze spelen met levens), extreem gecompliceerde handelingen uitvoeren.
Als ik de piloot goed begreep was de ‘simpele’ uitleg als volgt: In het toestel zitten camera’s waardoor de piloot met behulp van een speciale helm aan alle kanten ‘door’ het toestel heen kan kijken. Voor zijn neus heeft hij een groot computerscherm met een twintigtal metertjes en kaartjes. Aan beide handen hebben de piloten een soort joystick met een enorme variatie aan knopjes waarmee ze het toestel in al zijn complexiteit besturen, en door de radio houden ze het contact met de grond en krijgen ze instructies.
Switchtasking (ik geloof niet in multitasking) op zijn absolute hoogtepunt.
Het bekijken van de straaljager was even zo indrukwekkend als het verhaal vooraf. We reden naar een grote groene loads. Petten en zonnebrillen af; als deze door de wind van een eventueel voorbijkomende straaljager in de motor zou vliegen hadden we een groot probleem.
De straaljager leek te glimmen. Het grootse grijze toestel was brandschoon; alsof het net uit de verpakking getrokken was. De onderkant leek een kunstwerk: zo veel draadjes in alle kleuren van de regenboog. Dat het überhaupt kan werken.
Daar sta je dan. Naast een vliegtuig dat binnen vijf minuten de hele reis af zou kunnen leggen waar ik die ochtend een dikke, hele dikke vier uur over gedaan heb. Het is een moordmachine die veel preciezer kan bewegen dan wij ons voor kunnen stellen.
Het verhaal over de tankbeurt op hoogte wilde ik hier niet onbesproken laten. Straaljagerpiloten kunnen een tijd lang op precieze snelheid en hoogte met het enorme apparaat dat naast me staat een meter of tien onder een vrachtvliegtuig zweven om brandstof aan te vullen. Impressive.
Ooit vroeg ik een Amerikaan waarom hij zijn land het beste vond. Hij antwoorde: “wij hebben het grootste en sterkste leger, daarom zijn wij de beste.” Het zal me altijd bij blijven en spookt ook nu door mijn hoofd als ik voor mezelf de vraag probeer te beantwoorden of dit allemaal echt nodig is.
Ik heb mijn eeuwige grenzen vraagstuk nog altijd niet beantwoord. Kunnen we zonder en hoe zou de wereld er dan uit zien?
Maar ondanks dat. Is mijn conclusie JA. Wij hebben een tiental straaljagers en piloten nodig voor de bescherming van onszelf en in de huidige wereld vooral ook een heleboel anderen. Deze mannen met engelengeduld kunnen een wereld redden of in ieder geval zorgen voor een grote damage control bij conflicten.
Een andere conclusie; mijn interesse voor dit onderwerp is zeker aangewakkerd. Weetjes over straaljagers zijn niet alleen voor achtjarige jongetjes maar ook voor 21-jarigen journalisten.